Schouderpijn door een van of ongeval
Impingement
Inleiding Wat is impingement? ‘Impingement’ is een Engelse term en kan vertaald worden met ‘inklemming’. Met een ‘impingement syndroom’ wordt bedoeld dat de (pijn) klachten van de schouder worden veroorzaakt doordat weefsel (bot, spier, pees, slijmbeurs, kapsel enz.) in de schouder bekneld raakt. De ruimte tussen schouderdak en de kop van de bovenarm bedraagt ongeveer 1 cm. Als deze ruimte kleiner wordt, kunnen weefsels minder goed onder het schouderdak doorbewegen. Het impingement syndroom is de meest gestelde diagnose bij patiënten met klachten rond de schouder; het betreft een ‘verzameldiagnose'.
Wat raakt ingeklemd? De meest voorkomende inklemming treedt op onder het schouderdak. Vaak is het de pees van een spier die bekneld raakt onder het schouderdak. (Zie figuur: pees m. supraspinatus)
Ingeklemde weefsels in deze ruimte kunnen zijn:
- pezen
- slijmbeurs
- kapsel
Rechter schouderblad + bovenarm, Vooraanzicht
www.schoudernetwerk.nl
Oorzaken Er worden 2 types impingement onderscheiden: primair en secundair impingement Oorzaken van een primair impingement
Bij primair impingement wordt de ruimte onder het schouderdak te klein door lokale veranderingen die plaatsvinden in weefsels boven de kop van de bovenarm. Vaak speelt veroudering een rol.
Soms komt het voor dat het schouderdak een afwijkende vorm heeft of heeft gekregen. Dit is zichtbaar op een röntgenfoto. Als dit de oorzaak van de klacht is, kan een operatie overwogen worden. Bij de operatie wordt de ruimte onder het schouderdak vergroot
Bij overbelasting ontstaat meer wrijving of kleine beschadigingen. Hierdoor raakt de slijmbeurs geïrriteerd en wordt dan dikker waardoor weefsels ingeklemd raken.
Bij veroudering wordt de kwaliteit van de pezen minder (dit proces heet tendinose) waardoor deze dikker worden.
Oorzaken van een secundair impingement Bij secundair impingement ontstaat de inklemming door veranderingen in weefsels die lager dan de kop van de bovenarm zijn gepositioneerd. Het probleem ligt vaak meer regionaal.
- Te slappe, niet goed samenwerkende of verkorte spieren van de schoudergordel.
- Een verkeerde houding waardoor het schouderblad minder goed kan meebewegen.
- Onvoldoende meebewegen van het schouderblad bij heffen van de arm.
- Te weinig of te veel beweeglijkheid in het kapsel van het schoudergewricht.
- Een instabiel schoudergewricht.
- Een val waardoor weefsels onder het schouderdak ontstoken raken en waardoor de ruimte onder het schouderdak minder wordt.
Primair of secundair impingement komen vaak tegelijk voor en zijn in de praktijk vaak moeilijk te onderscheiden.